Fotografie termen
Dit zijn de 10 belangrijkste fotografie termen die je moet weten:
1. Diafragma (Aperture):
-
- Uitleg: Het diafragma regelt de grootte van de opening in de lens en beïnvloedt de hoeveelheid licht die de camera binnenkomt.
- Tip: Een lager f-getal (bijv. f/2.8) resulteert in een grotere opening en een kleinere scherptediepte, terwijl een hoger f-getal (bijv. f/16) zorgt voor meer scherptediepte.
2. Sluitertijd (Shutter Speed):
-
- Uitleg: De sluitertijd bepaalt hoelang de sluiter van de camera open blijft. Korte sluitertijden bevriezen beweging, terwijl lange sluitertijden bewegingsonscherpte kunnen creëren.
- Tip: Bij weinig licht kan een statief handig zijn om bewegingsonscherpte te voorkomen bij langere sluitertijden.
3. ISO-waarde
-
- Uitleg: De ISO-waarde bepaalt de gevoeligheid van de sensor voor licht. Een hogere ISO-waarde is handig bij weinig licht, maar kan ook ruis introduceren.
- Tip: Probeer de ISO-waarde zo laag mogelijk te houden om de beeldkwaliteit te behouden.
4. Scherptediepte (Depth of Field):
-
- Uitleg: Scherptediepte verwijst naar het bereik waarin je foto scherp is. Een kleine scherptediepte is handig voor portretten, terwijl een grote scherptediepte geschikt is voor landschapsfotografie.
- Tip: Experimenteer met diafragma-instellingen om het gewenste effect te bereiken.
5. Brandpuntsafstand
-
- Uitleg: De brandpuntsafstand van de lens bepaalt het zoomniveau. Lenzen met korte brandpuntsafstand (bijv. 35 mm) zijn goed voor landschappen, terwijl telelenzen geschikt zijn voor close-ups en portretten.
- Tip: Begrijp de verschillen tussen groothoek-, standaard- en telelenzen.
6. Witbalans
-
- Uitleg: Witbalans corrigeert de kleurtinten in een foto, zodat wit er echt wit uitziet onder verschillende lichtomstandigheden.
- Tip: Gebruik de vooraf ingestelde witbalansinstellingen of pas handmatig aan op basis van de lichtomstandigheden.
7. Compositie
-
- Uitleg: Compositie gaat over het rangschikken van elementen in je foto. Belangrijke principes zijn onder andere de regel van derden, symmetrie en leading lines.
- Tip: Experimenteer met verschillende compositorische technieken om visueel aantrekkelijke foto’s te maken.
8. RAW-formaat
-
- Uitleg: Fotograferen in het RAW-formaat legt meer informatie vast en biedt meer bewerkingsmogelijkheden dan JPEG.
- Tip: Leer werken met fotobewerkingssoftware om het volledige potentieel van RAW-bestanden te benutten.
9. Belichtingscompensatie
-
- Uitleg: Belichtingscompensatie past de belichting aan, zelfs wanneer de camera in de automatische modus staat.
- Tip: Gebruik belichtingscompensatie om foto’s lichter of donkerder te maken, afhankelijk van de situatie.
10. Bokeh
-
- Uitleg: Bokeh verwijst naar de onscherpe achtergrond in een foto, vaak gecreëerd met een groot diafragma.
- Tip: Gebruik bokeh voor het isoleren van onderwerpen en het creëren van een professionele uitstraling.
Volg bij Vette Foto een beginnerscursus voor fotografie. Daar leer je alles wat je moet weten om te beginnen! In onze webshop kun je alles kopen met korting om te starten.